..nog steeds in in de wolken...
Door: Riet
Blijf op de hoogte en volg Riet de Groote
10 Januari 2010 | Marokko, Larache
‘k Heb nog eens nagedacht over die sage van de twee meren, je moet toch wat met het slechte weer. Hoewel vrouwen over ’t algemeen als de grootste jankepotten worden gezien, is het toch weer de man die het grootste meer volhuilt, typisch. Gelukkig maar voor haar dat het niks met die man is geworden, een vent die meer huilt dan een vrouw, moet wel een ontzettend watje zijn geweest ;-)
Na de koffie bij de dames van Hotel Zahaya, waar het in de salon heel kil is, maar ook heel wifi, is het tijd voor vertrek. Even boven Khenifra wilden we rechts afslaan om een binnendoorroute te nemen naar het Noorden richting Azrou. Die afslag missen we en dat maken we goed bij Mrirt door in Oostelijke richting verder te gaan naar El-Hammam. Nou.. goedmaken.. het wordt de spannendste route die we tot nu toe hebben gereden. Van een weg kan je nauwelijks spreken en we moeten een paar keer door diep water heen op plaatsen waarvan je maar moet afwachten of er nog wat onder zit. Eén keer voel ik dat de rechterwielen van de auto over een vrij diep weggezakt stuk weg rijden, dat al helemaal los is gescheurd van het stuk waar de linkerwielen over rijden. Dat voelt helemaal niet prettig, maar we hebben het gered. Daarbij komt dat de kaart de werkelijke situatie wederom niet goed weergeeft, bij splitsingen geen richtingbordjes staan en bij dorpen of gehuchten geen naamborden. Op plekken waar een afslag is, klonteren mannen wat samen in de modder bij wat je met veel fantasie een café zou kunnen noemen. We roepen dan weer wat plaatsnamen en als je geluk hebt, antwoordt er iemand op een manier waarvan je denkt..ok, hier heb ik vertrouwen in. Daarna wensen ze ons, niet voor niks, “bonne chance”. Het afzien gaat nog door tot we uiteindelijk toch op de 303 naar Assaka-n-Tatsa komen. De P24 naar Azrou is een eitje. Intussen zijn we het slechte weer, de kou en de regen, aardig zat. Kou is het minst erg, maar met regen kunnen we het dak niet openzetten en dat beperkt onze bewegingsvrijheid behoorlijk. Daarbij komt dat je, zodra je één voet buiten de auto zet in de blubber zakt. In het Marokkoboekje hebben we gelezen over de camping Amazigh, ‘alleen bij mooi weer open’. Ik weet niet wat ze daar mooi weer vinden, maar ze zijn open en wij hebben weer een plek voor de nacht.
Donderdag 7 jan.
Van het water van de ‘warme’ douche is net de ergste kou af en de raampjes zijn stuk, zodat de bergwind van rond het vriespunt zelfs op de intiemste plaatsen vrij spel heeft. Omdat we aardig door beginnen te krijgen wat regen hier, infrastructuurtechnisch gesproken, teweegbrengt, besluiten we ‘gewoon’ over de P24 naar Fes te rijden. Daarbij rijden we door het modernste wintersportoord van Marokko, Ifrane. Nou, je wil er niet dood worden gevonden. Prestigieuze projecten zijn in aanbouw van een Europees aandoende architectuur, die er al verlaten uitzien voordat ze bewoond zijn. Brede asfaltwegen met daarlangs veelal vreselijk verwaarloosde en verlaten villa’s, hoewel, zouden ze de schotelantennes dan gewoon laten zitten? Er is een Engelse, particuliere universiteit, waar veel welgestelde, dat wil zeggen hun ouders waarschijnlijk, buitenlandse studenten verblijven. Wij zagen het in de regen, maar als de winter Ifrane liefdevol bedekt met de mantel der sneeuw, valt het misschien mee. Als we Fes naderen, zien we een Marjane-bord, dat is niet voor dovemansogen geplaatst! Lekker voorraden aanvullen, jawel, ook van de wijn. Omdat het nog steeds regent en we gewoon geen zin hebben aan meer modder, winderige toiletten en koude douches zoeken we in het boekje naar hotels in Fes en het mag van ons best van zekere luxe zijn. Wel jammer van de merguezworstjes die we net hadden gekocht. De oplossing is: nu alvast braden hier op de parkeerplaats en dan de koelkast in tot morgen! Terwijl we daarmee bezig zijn, rukken twee jongens ineens een portier van de auto open. Waarschijnlijk hadden ze ons door de beslagen ramen niet gezien, wij hen ook niet. Onder begeleiding van Gerda’s afscheidswoorden, maken ze dat ze wegkomen. Er is een Ibis-hotel in de stad en daar hadden we in Oudja goeie ervaringen mee, qua uitstraling en wifi. Dit in Fes oogt een stuk minder, de ontvangst is onvriendelijk en er is geen wifi op de kamers, alleen in de salon. Wat ze hier in hotels salon noemen, is gewoon de hal, waarin zitjes zijn gemaakt. Hoeft niet per definitie ongezellig te zijn, maar we zitten vanavond liever op de kamer. We gaan de oude stad in om Riad Louna te vinden, waarover in lovende wordt gesproken. Eerst even bellen of er plek is, lukt niet. We hebben geen gedetailleerd plattegrondmateriaal, dus vragen. De derde keer levert dat een hulpvaardige jongeman op, die mij (Gerda blijft in de auto) wel even naar Louna zal brengen. Dit is het positieve deel van het verhaal, want alleen had ik het nooit gevonden. Een doolhof zoals het een medina betaamt en letterlijk éénpersoonsstraatjes, qua breedte dan. Na vaak bellen, doet een stugge man open, die zegt een kamer voor ons te hebben met wifi. Op de terugweg naar de auto vertelt de jongen, uiterst beleefd, dat wel, dat hij andere Riads weet, ook met wifi voor minder geld….vlakbij. Nou ééntje kijken dan. Die blijkt vol, maar hij heeft er nog een andere daar werkt zijn zus…nee we gaan nu eerst overleggen in de auto. Hij blijft netjes wachten. Wat is wijsheid…’t is een eind lopen naar Louna met de bagage…toch nog maar ééntje kijken dan. De jongen, mee in de auto, wijst de weg. Als Gerda terugkomt van het kijken, vertelt ze over een onvriendelijke ontvangst, alleen wifi op de begane grond en de steegjes door met de bagage, dat blijft hetzelfde. We kiezen toch voor Louna. Terug, auto op een bewaakte stalling, spullen inpakken en gaan, onder begeleiding van de jongeman, die student zou zijn. De man in Louna is nu iets vriendelijker en stelt zich voor als Dries. Volgt een uitleg over de kamers, waaruit blijkt dat de prijs die hij mij eerder noemde voor een kamer zonder wifi is. Je raadt het al, een kamer met wifi is aanmerkelijk duurder en … alleen op de begane grond. We voelen ons genomen, maar hebben geen zin meer om verder te zoeken. Gerda heeft het helemaal gehad en maakt de man duidelijk dat we de kamer alleen nemen voor de prijs die hij eerst noemde. Is akkoord en hij vertrekt om muntthee voor ons te maken. Intussen merken wij dat er geen signaal is, pakken de boel weer in, zeggen Dries gedag en laten hem zitten met de thee. Op naar het Ibis, lekker voor de deur parkeren, wifi in de salon en dat voor minder geld! De student hangt nog steeds bij Louna aan de deur, het ziet er naar uit dat hij commissie wil van Dries. Terwijl we naar de auto lopen, haalt hij nog alles uit de kast, samen met een plots opgedoken vriendje, om ons in één of ander appartementje te krijgen, waar gegarandeerd wifi zou zijn, pas betalen als het werkt etc. etc. … Ze worden niet vervelend, maar ’t is too much. Gerda zegt net zolang ‘nee’ tot we in de auto zitten… hèhè, zijn we er dan toch weer ingetrapt? Menu van de dag in Restaurant La Cheminée, vlakbij het hotel. Pannenkoek, gevuld met een gehaktmengsel, daarna couscous met kip en 7 te gare groenten. Door het te grote voorgerecht, blijft er couscous over, maar daar weet één van de obers wel raad mee; voor het bord naar de keuken gaat, eet hij het met smaak leeg. Wij zijn de enigen die eten, verder veel van vanalles, mannen, leren jasjes, gsm, sterke drank, bier, geheime deuren waarachter muziek en mensenlawaai, trap naar boven. Gerda denkt dat het restaurant een dekmantel is. Nou ja, als de cheminée maar rookt dan…
Vrijdag 8 jan.
Veel CNN en wifi verder verlaten we Fes over de S302 richting Âïn-Âicha. Vlak daarvoor willen we linksaf naar Ourtzarh, onder het stuwmeer door en bij Mjâara zuidwest naar Jorf-el-Melha. Ik heb het niet verzonnen. Over wifi: viel gisteravond om een uurtje of 10 toch uit, een Japans echtpaar en ons ontredderd achterlatend. Fes uitrijdend hebben we een prachtig gezicht op de oude stad met bijna meer schotelantennes dan graven. De streek boven Fes is heuvelachtig en heel groen van pas opgekomen graan, denken wij. Wel mooi, valt niks van te zeggen, maar niet speciaal ‘ons’ soort landschap. We raken weer het spoor bijster en het blijft regenen. Ourtzarh blijkt aan de andere kant van het meer te liggen dan op de kaart aangegeven en na uren rijden, zijn we in Mkannsa, in vogelvlucht zo’n 50 km. van Fes. Word je echt blij van. Maar juist omdat de kaart niet klopt, komt alles goed, want we blijken veel dichter bij Jorf-el-Melha te zijn dan we denken en komen mooi op tijd aan op een onverwachte camping onder Ouezzane. Volgens het boekje zou er niks zijn in of bij die plaats en we bereiden ons al voor op gendarme of tankstation. Motel Rif, zo heet het geheel. Tot onze verbazing, want we zijn meestal alleen, staan er nog zo’n stuk of 4 kampeervoertuigen, waaronder een Landcruiser en een grote Duitse ombouwauto. Inschrijven in het restaurant, waar ze me vragen om vooruit te betalen. Ik zeg dat ‘het zo niet werkt, nog nergens meegemaakt en bovendien is mogelijk het beloofde warme water weer koud of de stroom valt uit’ en ik ga terug naar de auto. Wel een uur later staat degene die mij inschreef aan de deur om zijn geld te halen. Weer dezelfde discussie, nu heet het dat hij er morgen zelf niet is en dat zijn collega deze transactie niet mag afhandelen, dat moet echt door hemzelf gebeuren. Gerda is soepeler en betaalt. De volgende ochtend zie ik zijn tweelingbroer over het terrein lopen. Menu van de dag: De op de parkeerplaats voorgebraden worstjes, in de jus sojasaus, citroensap, wijn. Couscous met ras el hanut, knoflook en verse bladpeterselie van de markt. Sperzieboontjes.
-
12 Januari 2010 - 08:41
Marijke:
heremijntijd!! -
12 Januari 2010 - 15:23
Janjop:
hallo meidens
wat een verhalen weer.gelukkig komt het steeds weer goed,maar door dat water vonden we toch wel erggg griezelig.
veel liefsxx janny en jopie
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley