Laatste keer Blú
Door: Riet
Blijf op de hoogte en volg Riet de Groote
13 November 2015 | Madagascar, Toliara
Bij het ontbijt komen er een paar vogelaars binnenlopen met een lokale gids, die goed Engels spreekt. Al eerder zagen we een groepje met verrekijkers het wad oplopen. Ger wordt een beetje onrustig; zou er iets bijzonders zijn geland?
Volgens de gids zitten er wat krabplevieren en inderdaad, we zien ver weg bij het water een paar grote witte vogels lopen. Te ver echter om ze te kunnen herkennen. Bij gebrek aan wat anders: vogel van de dag.
Hij zelf gaat het wad niet op. "I forgot my boots and I can't afford to become ill", zegt hij, doelend op alle poep. Dat kunnen wij ook niet en met schoenen is het geen doen.
Het is niet zomaar een dag vandaag, ons oudste kleinkind Seth wordt 13. Leuk om hem even te zien en te feliciteren voor de camera.
En dan hebben we de mangroves nog. Op de één of andere manier trekken ze ons niet zo. Ten eerste hebben we ze eerder gezien en bovendien is het niet een plant waar je erg vrolijk van wordt. Het woord klinkt ook een beetje treurig: mangroooooove..... Daar zouden we dus een quad voor moeten huren, als dat kan zonder rijbewijs, want dat hebben we thuis gelaten.
Je voelt het al, het gaat 'em niet worden.
Verder hetzelfde verhaal als gisteren van lezen, relaxen, schrijven, mensen bekijken. We boffen nog met een tent als Blú, die qua ligging, inrichting en sfeer met kop en schouders uitsteekt boven het gemiddelde in Tuléar en misschien wel in wijde omstreken.
Het personeel is een verhaal apart. In de bediening alleen jonge vrouwen in werkkleding: donkere lange broek (eigen keuze) en turquoise hemdje van de zaak. Bijna zonder uitzondering zo dun dat ze door een lampeglas kunnen (oud Zeeuws gezegde). In enkele zit wel wat pit, maar het gros beweegt zich door het pand op een manier dat je denkt 'kind, ga even liggen, want dit is teveel voor je'. De kleinste van het stel draagt een hoedje, haar praten, is een soort piepen, waarbij ze haar lippen nauwelijks beweegt en ze draagt als enige van het stel geen BH. We noemen haar 'tepeltje'.
Daarbij vraag ik me af of ze allemaal behoorlijk Frans verstaan en spreken, omdat er bij het bestellen nogal eens verwarring heerst en, in alle bescheidenheid, geloof ik niet dat dat aan mijn horecafrans ligt.
Intussen hebben we begrepen dat wij er ten onrechte van uit zijn gegaan, dat iedereen op Madagaskar Frans leert en spreekt. Het zit niet in het basispakket van de scholen. Nog erger: gisteren zat een groep mensen over het onderwijs hier te praten en één van hen zei dat de Franse leraren vaak zelf geen Frans kennen! Verder hoorden we dat sommige kinderen alleen naar school gaan omdat daar een lunch wordt verstrekt.
Wat ook bijna bij het personeel behoort, in elk geval tot de inventaris kan worden gerekend, is een troep wilde honden. Zeker een stuk of 7. Ze lopen ongehinderd heen en weer door het pand om óf bij de ingang óf achter op het terras te gaan liggen. In het laatste geval komen ze regelmatig bij de tafeltjes van de klanten. Ze worden door niemand weggejaagd, alleen door ons. Er is er één bij, die is zo schurftig, dat je trek in eten zowat verdwijnt als je er naar kijkt. Ongelofelijk dat baas Blú en alle klanten dit tolereren.
Ik zeg af en toe tegen Ger: "Floortje wordt er voor betaald", maar dat vindt ze niet zo geestig, geloof ik.
Bij ons hotel zouden die beesten ook zo het terras op kunnen lopen. In elke terrasmuur is een opening naar het strand. Daar doet echter geen enkele hond een poging. Het kan blijkbaar anders.
's Avonds eten we, nog wat voorzichtig, een kom soep en nemen daarna afscheid van baas Blú, die ons een goede vlucht wenst voor morgen. Zijn blik erbij spreekt boekdelen.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley