Met Bingh&Co naar Phu Luong Park
Door: Riet
Blijf op de hoogte en volg Riet de Groote
20 April 2010 | Vietnam, Hué
Half 9 zijn zijn we er klaar voor. Tijdens het ontbijt drentelt de éne motorrijder al heen en weer op de binnenplaats denken wij en dat klopt. De andere, de ‘grote’ Bingh, bleek ons incognito het ontbijt geserveerd te hebben. Even kijken wat voor vlees hij in de kuip zou krijgen? Nadat we allebei 3 mio Dong hebben gepind, betalen we er 4,5 en daarna mogen we weg. We hadden gerekend op wat zwaardere motoren dan de 75 of 100cc Honda’s, waarmee we nu zelf deel uitmaken van de brommertjeschaos. De inhaalprocedure is als volgt: Zo’n 20m. achter bijv. een vrachtwagen, begin je als een debiel te claxonneren en dat hou je vol. Het leuke is dat niemand zich daar ook maar 1cm. van aantrekt. Jij gaat intussen stug door en probeert je al toeterend tussen de vrachtwagen en het tegemoetkomend verkeer te wringen, daarbij gebruikmakend van de weghelft die jouw doel het beste dient. Hierbij komt dat jij niet de enige bent die die vrachtwagen wil inhalen; ’t is een groepsactiviteit. De tegenliggers zijn met precies hetzelfde bezig, op precies dezelfde manier. Voordeel is wel dat zo’n verkeersweg in de breedte optimaal wordt benut. En lukt het aan de linkerkant niet, dan doe je hetzelfde maar dan over rechts. Ook op een andere manier kan zo’n tochtje heel leerzaam zijn. Blijkt onderweg dat de ananasplant in de grond op de akker groeit! Als Co zegt: ‘dit is de ananasteelt’ kijk ik naar de paar bomen langs de weg en denk ‘dat wordt een schrale oogst.’ Bingh is cool en in charge, Co is de macho die graag de aandacht van de meiden trekt. Hij heeft een pet met Duits opschrift zo strak op z’n hoofd staan dat hij z’n helm op en af kan zetten zonder dat de pet van z’n plaats komt. Hij is nl. te ijdel om constant z’n helm op te hebben. Alleen als hij politie ziet, doet ie hem gauw op en daarna zo snel mogelijk weer af, luid lachend dat het hem weer gelukt is. Onderweg nog aardig wat communistische propaganda in de vorm van afbeeldingen van ‘het volk’ met hamer en sikkel t/m een groot standbeeld van Ho Chi Minh met z’n voeten in het water… ‘k weet niet of dat nog symboliek in zich draagt. Lunch in Cm Thuy bij een straatrestaurant noem ik het maar. De keuken staat half op straat en het eten is er heerlijk. Roerbak groente, verschillende soorten vlees met allerlei kruiden, vissaus en ingemaakte jonge bamboe. Het restaurant voorziet verder in een gezamenlijke dikke bamboepijp waaruit of waarmee gerookt kan worden. Iets van suikerriet volgens de gidsen. Ik vind dat Co er een minder prettige rijstijl op nahoudt, hij is wel handig, maar anticipeert slecht en dus veel laatste moment remwerk. Daardoor zit ik niet echt relaxt, steeds schrap zetten en achter aan de beugel hangen om een beetje op m’n plek te blijven zitten. Hij rijdt ook veel te hard door lelijke kuilen en over puntige stenen; de achterband klapt regelmatig hard op de velg. Hij kon niet uitblijven, die lekke band. Co gaat er mee aan de slag terwijl Ger en ik de weg wandelend voortzetten op aanwijzingen van Bingh. Is erg leuk, we zijn op onverharde binnenwegjes en onze route loopt door gehuchten met mooie bamboehuizen op palen en af en toe ook letterlijk door de rijstvelden; we moeten dan het smalle irrigatiekanaaltje volgen dat er doorheen loopt. Gerda is dus echt ‘in het land’ (remember Marokko!) en haar element. Bingh heeft ons verteld dat de mensen daar niet veel toeristen zien, dus dat we op wat bekijks moeten rekenen. Is zo,maar niet vervelend. Vooral mijn haar trekt, niet alleen hier, nogal de aandacht en er worden vast veel grappen over gemaakt. De vrouwen in Vietnam zie ik met pincet hun grijze haren uittrekken, is voor mij geen optie meer. Onderweg krijgen we thee aangeboden terwijl we door een adhd-jonge hond ongeveer tot onze knieën worden afgelikt, ver genoeg. De familie ziet er gelukkig de humor van in als ik zeg het hondje op te zullen eten als hij niet ophoudt. Achter in de middag arriveren we bij een prachtig paalhuis, waar we zullen overnachten. Bingh heeft een jaar of 4 in dit dorp gewoond, kent de mensen en spreekt de taal. De bevolking is nl. Thai en heeft een eigen taal. De bewoonster is sinds 1 jaar weduwe. Het is verrassend mooi binnen. Schoenen blijven onder aan de trap staan. De vloer boven is van glimmende deeltjes platgeslagen bamboe en veert een beetje mee als je er overloopt. De ruimte (zeker 12 x 6 m) is nagenoeg leeg, aleen het allernoodzakelijkste staat er in. Naast het altaar voor haar overleden man liggen matrassen, kussens, matten en klamboes opgestapeld. Verder nog een kleine opklaptafel, een paar stoelen en wat kleine soort kastjes. Daarnaast is er de kookruimte, zo’n 16m² met een mooi open vuur. Het licht valt prachtig door de openingen in de wanden. Ontvangst met een grote ketel thee en kleine bananen. Daarna gaat iedereen z’n eigen gang, heerlijk, niemand hoeft geamuseerd te worden. Bingh kookt voor alle aanwezigen, daarna is het pikkedonker, heeft de mevrouw in die grote ruimte een paar prima slaapcompartimenten gemaakt voor ons en Bingh&Co. Afdoende afgescheiden van elkaar door mooie lappen. Foto’s zijn er niet van deze dagen. Omdat ik dacht dat ik met m’n tas zou moeten sjouwen tijdens het lopen, had ik de zware digi-camera in Ninh Binh gelaten en alleen een kleine camera met zwart/wit filmpje meegenomen. 8 uur naar bed!